Bryson DeChambeau's benadering van putten is nogal systematisch, geen verrassing lijkt me.
Tijdens zijn overwinning bij het US Open was zijn afstandscontrole opvallend goed. In de derde ronde van het 2020 PGA kampioenschap enkele weken geleden holede hij zelfs een putt van putt van bijna 30 meter lengte
Bryson’s commentaar over die putt:“We hebben net als altijd veel snelheids testen gedaan op de oefengreen en in de baan. Ik wisat dat ik de putt moest slaan alsof het een putt van 37 meter was in verband met de hellingen. Ik startte de bal op lijn en zag de bal steeds dichterbij komen en dichterbij komen en uiteindelijk in de hole vallen”
Zoals te verwachtten is benaderd DeChambeau ook het putten erg technisch maar het werkt briljant. Putten is een van de laagst ingeschatte onderdelen van zijn golfspel, zeker niet terecht. In één seizoen is hij een van de beste putters op de PGA Tour geworden. Zijn ‘putting callibratie systeem’ is mede hier voor verantwoordelijk.Zo werkt het:
- Tee oefening

Bryson doet deze snelle oefening voor elke ronde en het kost maar een paar minuten tijd. Op een vlak stuk green steekt hij een tee in de grond op 1,5 meter, 1,8 meter, 2,1 meter, 2,4 meter 3,1 meter en op 7 meter.

- Leg een liniaal neer en sla de putts
Neem een duimstok of een lange liniaal en leg deze net binnen de bal (zie afbeelding), dit is je referentie.
Kijk tijdens het putten naar de liniaal en je ziet hoe lang je achterzwaai moet zijn voor deze afstand op deze green op deze dag. Bryson denkt in termen van hoeveel centimeter achterzwaai en gebruikt ook zijn achtersre voet als referentie.

- Hoelang is je putt stap deze uit op de baan.
Wanneer je dit gaat gebruiken op de baan wil je weten hoel ang de putt is. Loop van bal naar hole en tel je stappen (90 cm.) Je kunt meteen voelen of de green oploopt of afloopt. Als voorbeeld een 7 meter putt op de baan. Deze vraagt op een vlakke green een achterzwaai van 25 cm. maar het is licht de heuvel op. Dus gebruik jeen achterzwaai die iets langer is en de bal komt redelijk dicht bij de hole uit.
Uiteindelijk wordt het systematisch maar nooit een exacte wetenschap. Een referentie kan echter geen kwaat. “Het is een kwestie van gevoel en perceptie, ik gebruik het als maat hoe hard ik de putt slaan moet.” zegt Bryson.
Wil jij weten hoe je dit kunt toepassen? Meld je aan. We gaan binnenkort een putting dag organiseren met gebruik van TrackMan en Capto.
*) Dit vraagt wel een vaste tijd voor de putt zwaai, gebruik je eigen bewegingsritme en liefst in een verhouding van 2:1 (achterzwaai: doorzwaai)